Afgelopen weekend bezocht ik Tournai, ook wel bekend als Doornik, een Belgische stad tegen de Franse grens aan. Ik was hier voor het eerst en was erg benieuwd naar dit stadje dat het op een na oudste van Belgiƫ is.
Het bezoek was zeker de moeite waard, maar ik schrok wel van de leegte in de binnenstad. Niet alleen stonden er veel panden leeg, te koop, te huur of ter overname aangeboden, ook was er bijna geen kip te bekennen op zaterdagmiddag terwijl de winkels open waren. Een bizarre ervaring als je Brussel gewend bent en op zaterdagmiddag juist de Nieuwstraat mijdt.
Een andere opmerkelijke ervaring was dat op zaterdag alle, maar dan ook alle toeristische attracties gesloten bleken te zijn. Vrijdag was een nationale feestdag en die werd blijkbaar doorgetrokken naar zaterdag. Dichte deuren bij alle musea en het indrukwekkende Belfort (zie foto) zonder ook maar enige mededeling hierover op de deuren, en dat terwijl de lokale economie naar mijn idee wel wat inkomsten had kunnen gebruiken.
De kathedraal was wel geopend, maar stond zo stevig in de steigers dat er zelfs van binnen nog maar weinig te zien was van het indrukwekkend hoge gotische koor en de vijf kerktorens. En uiteraard was ‘de schatkamer’ waar alle waardevolle stukken te zien waren, wel gesloten. Menig toerist liep met zijn ziel en stadskaart onder de arm. Gelukkig namen de vriendelijke mensen in de lokale horeca de zaken goed waar en konden er veel lekkere streekbieren, die zelfs ik nog niet kende ;-), geproefd worden. En dat alleen al, maakte dit stadje de moeite waard.