Mijn volgende column over Zuid-Afrika is in de Arnhemse Koerier verschenen.
Over autorijden in Zuid-Afrika valt veel te vertellen. Je moet hier rekening houden met een aantal dingen die anders gaan dan in Nederland. Een van de fijnste dingen is dat er veel aardige medeweggebruikers zijn. Hier is vrijwel niemand te beroerd om aan de kant te gaan voor iemand die wil inhalen. Een langzamere auto gaat zodra het mogelijk is op de vluchtstrook rijden en de persoon die inhaalt geeft hem vervolgens met knipperende lampen een bedankje. Zo kom je dus niet vast te zitten achter een slak als er veel tegenliggers zijn. Maar het is en blijft Afrika. Dus kan het maar zo dat je moet wachten voor een overstekende kudde schapen of koeien. Dit is natuurlijk niet van toepassing in de steden, maar daar is wel een ander probleem. Op iedere weg tref je hier voetgangers aan en in toenemende mate fietsers. Veel sloppenwijken liggen aan de snelwegen en helaas hebben vele bewoners er geen enkel probleem mee om langs de snelweg te lopen of erger, deze over te steken om op die manier aan de andere kant te komen. En geloof me, je schrikt je elke keer kapot als iemand precies voor jouw auto de oversteek waagt. Triest maar waar; elke dag is het wel ergens raak. Dit ondanks de vele voetgangersbruggen die de regering heeft aangelegd. Een deel daarvan is overigens te gevaarlijk om te gebruiken. Brave burgers die terugkomen van een dag hard werken worden in deze bruggen opgewacht en overvallen door degenen die te lui zijn om de sloppenwijk te verlaten. TIA zeggen ze hier. This is Africa.
©Carien Touwen