Boekenkrant interview met Tiny Fisscher
Tiny Fisscher viert dit jaar haar 25-jarig schrijversjubileum. In 1999 debuteerde ze met het kinderboek “En dan was ik een prinses“. Inmiddels heeft ze tientallen jeugdboeken voor alle leeftijden op haar naam staan, waaronder ook hertaalde klassiekers als “Alleen op de wereld”, “Mary Poppins” en “Oliver Twist“. Meer dan genoeg reden om in gesprek te gaan met deze zeer ‘diverse’ schrijfster.
Door Carien Touwen
Hoe ben je begonnen met schrijven?
‘Ik heb altijd geschreven, op de lagere school schreef ik hele schriften vol, op het middelbaar was opstellen schrijven mijn favoriet. Maar op een gegeven moment stopte dat. Maar toen ik 37 was vond ik mezelf zomaar terug achter een ouderwetse typemachine en was ik verhaaltjes aan het schrijven. Ik stuurde mijn stukken op naar allerlei uitgeverijen, maar kreeg alles terug. En terecht, het was echt niet goed genoeg! Maar opeens kreeg ik bericht van een uitgever, ze zag mijn schrijftalent en vroeg of ik voor haar een prentenboek wilde schrijven over prinsessen. Dat werd En dan was ik een prinses, met daarin vier verhalen over prinsessen uit verschillende werelddelen.’
Had je toen verwacht dat je na 25 jaar nog steeds schrijver zou zijn?
‘Natuurlijk niet. Ik ben er gewoon ingerold en het is fantastisch dat ik dit al zo lang mag doen. Ik heb een aangeboren discipline en werk graag door. Een boek schrijven is geen makkie, maar ik ga altijd met goede zin achter mijn laptop zitten. En nu ik deze mijlpaal bereikt heb, ga ik daar ook flink gebruik van maken dit jaar in alle promotie.’
Lees het hele interview op de website van Boekenkrant.