Gemist

Mijn Zuid-Afrika column in de Arnhemse Koerier van deze week gaat over Nederland…

Ik ben momenteel even in Nederland. Het eerste dat iedereen me vraagt is: wat heb je nou het meest gemist? Natuurlijk kom ik best veel dingen tegen die ik gemist heb, maar er zijn ook dingen die ik niet heb gemist. Laat ik beginnen met de trein. Aan de ene kant heb ik het wel gemist dat ik in Zuid-Afrika niet zomaar in het OV kan stappen en zelf overal naartoe kan. De fiets en het OV geven Nederlanders een enorme onafhankelijkheid. Maar toen ik donderdag bevroren en doorweekt was na mijn fietstocht vanaf het station naar mijn ouderlijk huis, wist ik meteen: dit heb ik niet gemist. Toen ik vrijdag vijftig minuten op het perron van station Elst stond te kleumen omdat er onverwachte herstelwerkzaamheden plaatsvonden, dacht ik: nee, dit heb ik niet gemist. Toen we vervolgens met honderd man onder de spoorbomen door moesten duiken, omdat de trein naar Arnhem voor een keer op het perron naar Nijmegen stopte, dacht ik nee, dit heb ik ook niet gemist. En toen ik in de ingang van de coupe opeengepakt stond als vee tussen tientallen anderen en honderden kilo’s bagage, om maar niet te spreken van de vreemde luchtjes, dacht ik aargh! En toen ik een uur en een kwartier nadat ik mijn fiets in de stalling van station Elst had geparkeerd eindelijk in Arnhem was, mocht ik daar op het station, dat nog steeds niet af is, met de massa de trappen op en neer rennen tot de NS definitief besloten had op welk spoor de trein richting Utrecht zou komen. Ik heb weer genoeg vertraging gehad om een heel jaar zonder te kunnen. Dus nee, deze column gaat over dingen die ik niet heb gemist. Hatsjoe!

© Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | Tagged , , , , , , , | 1 Comment

Gastvrij?

Afgelopen maandag ging mijn Zuid-Afrika column in de Arnhemse Koerier over de luchthaven van Kaapstad.

Nog niet zo lang geleden moest iedereen die Zuid-Afrika per vliegtuig binnenkwam via Johannesburg reizen om daar door de douane te gaan. Het vliegveld van Kaapstad was toen niet veel soeps. De schaalvergroting werd pas ingezet toen Kaapstad ook een internationale luchthaven werd. Jarenlang is er aan het vliegveld gebouwd en vorig jaar, rond het WK voetbal, was het zo goed als klaar. Het ziet er nu prachtig en modern uit; veel roltrappen, verzorgde winkels en ruime schone hallen. Maar toch is nog niet alles er even logisch geregeld. De rechtstreekse KLM vlucht uit Nederland komt elke dag tussen tien en elf uur ’s avonds aan. Twee uur later gaat ditzelfde vliegtuig weer terug. Naar Nederland reis je dus met een nachtvlucht, wat ik zelf wel prettig vind. Je hebt de hele dag nog en hoeft niet voor 10 uur op het vliegveld te zijn. En als je jezelf goed moe maakt, is slapen in een vliegtuig best te doen.

Er gaat op dat tijdstip nog maar een andere intercontinentale vlucht, dus inchecken gaat ook lekker snel. Daarna is er tijd genoeg om wat te drinken voor je door de douane gaat. Ware het niet dat de drie restaurantjes bij de internationale vertrekhal allemaal rond 10 uur sluiten. Dus even gezellig afscheid nemen is er niet bij. Ga je vervolgens als passagier dorstig door de douane heen, dan kom je al snel voor hetzelfde probleem te staan. De meeste taxfree winkels gaan om 11 uur dicht, evenals de koffieshop. En dat er iedere avond na elven weer andere mensen naar de keurig schoongepoetste bar lopen met de vraag of ze iets mogen bestellen, zet niet aan tot denken. Dus als KLM om kwart over twaalf ‘eindelijk’ begint met boarden ben je blij dat je weg kunt uit deze ‘gastvrije’ omgeving. En zo is de luchthaven van Kaapstad toch niet helemaal het visitekaartje dat het zou moeten zijn, althans niet voor mensen die met KLM naar Nederland vliegen.

© Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | Leave a comment

Die Strandloper

Door drukte aan mijn kant verscheen de column een dagje later in de Arnhemse Koerier. Deze week  gaat het over een bijzonder restaurant.

Op een dik uur rijden ten westen van Kaapstad ligt het kustplaatsje Langebaan. Hier huist een bijzonder restaurant, ‘Die Strandloper’, een gelegenheid die het de moeite maakt om speciaal voor de lunch of het avondeten 120 kilometer te rijden! Van heinde en verre komen mensen hiernaartoe. Het menu bestaat hoofdzakelijk uit alle soorten en maten ‘seafood’, dus daar moet je wel van houden. Belangrijkste voorwaarde om binnen te komen: trek strandkleding aan, hoge hakken zijn uit den boze. Gasten worden aangemoedigd om strandspelletjes en muziekinstrumenten mee te nemen, maar ook hun eigen drankjes, al is er een bar. De meeste mensen arriveren dus met grote gevulde koelboxen. Na een vriendelijke ontvangst kom je het tentenkamp binnen, want daar lijkt het restaurant nog het meeste op. Over houten constructies hangen tentdoeken en visnetten, zodat er veel schaduw is. Iedereen zit op houten bankjes in gezellige groepjes bij elkaar. De zitplaatsen zijn om verschillende kookplekken gecentreerd, met daarachter uitzicht op enkele flinke rotsen, een zandstrand en de zee. Oude boten en boeien verfraaien het decor nog meer. De kookplaatsen zijn grote braaien, open vuren en ovens waar constant versgebakken broden uitkomen. Het menu staat vast, tien gangen voor iedereen, kijk maar hoeveel je kunt eten. Al het eten wordt op het vuur bereid, met als meest indrukwekkende beeld de tientallen halve kreeften naast elkaar; iedereen krijgt er een. Je eet van papieren borden en het bestek bestaat uit schelpen of vingers. Na een uur of vier eten en gezelligheid, kun je werkelijk geen vis of schelpdier meer zien. En het grappige is, tijdens de terugreis van 120 kilometer zie je ineens wel de mooie natuurgebieden waar je langsrijdt en het prachtige uitzicht op de steeds dichterbij komende Tafelberg, omdat je nu geen (honger)haast meer hebt.

© Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | 1 Comment

Boerewors curtain

Mijn nieuwste Zuid-Afrika column gaat over het Afrikaans, de taal die zoveel op het Nederlands lijkt. Hij werd gepubliceerd in de Arnhemse Koerier.

Zuid-Afrika heeft maar liefst elf officiële talen; in de dagelijkse omgang worden echter vooral het Afrikaans en Engels gebruikt. Dwars door Kaapstad, maar ook door andere delen van Zuid-Afrika, loopt een onzichtbare taalgrens zoals België die kent. Deze grens wordt grappend ‘boerewors curtain’ genoemd. Boerewors naar de smakelijke Zuid-Afrikaanse worst die iedereen hier van de braai eet, curtain naar het ijzeren gordijn dat ooit in Europa lag. In het zuiden van Kaapstad, het centrum en de prachtige wijken rondom de Tafelberg wordt voornamelijk Engels gesproken. Hier hoef je niet te verwachten dat je in een andere taal geholpen wordt als je aan het winkelen bent. In de noordelijke wijken van Kaapstad en de wijnregio’s is dat wel anders. Hier wordt je meestal in het Afrikaans aangesproken, tenzij je er overduidelijk uitziet als toerist. Afrikaans is gelukkig niet moeilijk te begrijpen als je Nederlands als moedertaal hebt. Mits mensen niet te snel praten, kan ik alles volgen. Terugspreken doe ik altijd stug in het Engels; niet omdat ik me niet aan wil passen, maar vooral omdat Afrikaans spreken aanvoelt als ‘fout’ Nederlands. Ik kan zinnen die beginnen met ‘gaan jij’ en ‘hy het’ echt niet over mijn lippen krijgen. Stel je toch eens voor dat ik zo’n zin per ongeluk in mijn schrijfwerk zou gebruiken!

En dus leer ik de taal wel door hem te lezen en ernaar te luisteren, maar zal spreken op zich laten wachten, omdat ik te bang ben mijn Nederlands te verpesten. Alleen tegen kinderen van Afrikaans sprekende vrienden waag ik af en toe een poging. ‘Moe jy nie doen nie!’ Maar ik denk dat de blik in mijn ogen op zo’n moment meer zegt.

© Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | 1 Comment

Slapen bij de leeuwen…

Deze week ging mijn column in de Arnhemse Koerier over Drakenstein Lion Park.

In Kaapstad en omgeving is enorm veel te doen. Maar als je hier woont, heb je de meeste toeristische dingen natuurlijk wel gezien. Elke week naar Cape Point rijden doet niemand, en alleen de hele sportievelingen beklimmen regelmatig de Tafelberg. Maar de meeste inwoners van deze streek zijn ondernemend dus worden er veel tips uitgewisseld over leuke dingen die je nog meer kunt doen. Zo werden wij door vrienden geattendeerd op een leeuwenpark, een half uur rijden van Kaapstad. Drakenstein Lion Park is echter geen doorsnee park; het is een plek waar leeuwen die een slecht leven hebben gehad worden opgevangen. Ons bezoek werd inderdaad een indrukwekkende ervaring. Alle leeuwen in dit park zijn gered uit malafide circussen in Europa, van de illegale dierenhandel of van een tocht naar een reservaat waar toeristen tegen betaling op ze mogen jagen. Inmiddels wonen er tientallen leeuwen in het park, waarvan een deel zwaar verminkt door het leven gaat doordat ze zo mishandeld werden in hun ‘vorige’ leven. Al deze leeuwen maken geen kans meer in de natuur en krijgen daarom in dit reservaat een goede oude dag. Bij iedere leeuw kun je lezen over zijn geschiedenis; vreselijk wat sommige dieren is aangedaan. Nu hebben ze heerlijk de ruimte en liggen ze in het zonnetje te genieten. Het is in dit park absoluut niet mogelijk om met leeuwen te knuffelen, iets wat veel toeristische plekken in Afrika wel aanbieden. Wat je hier wel kunt doen is tussen de leeuwen slapen. Er is een klein tentenkampje in het park waar je tegen betaling een nacht kunt verblijven. Onze vrienden waren hiervan niet helemaal overtuigd. Want hoe bijzonder het ook was om de hele nacht brullende leeuwen vanuit je tent te horen, het slapen lukte ze niet echt. © Carien Touwen

Meer lezen over het park kun je hier!

Posted in (in het) nieuws, column | Leave a comment

Zomerse hitte

Mijn Zuid-Afrika column van deze week gaat over de zomerse hitte. Hij is hier te vinden op de website van de Arnhemse Koerier.

Het is hoogzomer momenteel, dus is het heet in Kaapstad. Zo heet dat ik overdag nauwelijks buiten kom. De zon is zo fel dat ik de warmte door mijn donkere gordijnen heen voel branden. Met de airconditioning aan probeer ik te werken. Ik schrijf met opzet ‘probeer’, want zelfs de kleinste inspanning voelt aan alsof je een marathon aan het lopen bent. Pas na een uur of vijf ‘s middags steekt de wind op, iets wat merkwaardig is voor Kaapstad. Normaalgesproken staat er op zijn minst een briesje in dit gedeelte van Zuid-Afrika, nog normaler is het dat de was van de lijn afwaait. Dankzij de wind wordt het langzaam een beetje leefbaarder buiten. Na zessen zie ik weer wat mensen op straat, veelal wandelaars met een hond of kinderen op skateboards. Na zevenen gaan massaal de sproei installaties aan om het gelige gras weer wat bij te groenen. En pas na achten hebben de ramen en deuren in huis lang genoeg opengestaan om het mogelijk te maken de keuken in te gaan om wat eten te maken. Eens in de zoveel weken regent het, waardoor het een beetje afkoelt. Dat kan er zo heftig aan toegaan dat de straten binnen tien minuten blank staan. Soms regent het een hele nacht en kan de tuin er weer dagen tegenaan. Maar het kan ook zomaar gebeuren dat je de regen ziet aankomen, de was snel binnenhaalt en de bui vervolgens overwaait naar de bergen. En dat betekent dat de verkoeling aan je neus voorbij gaat. Hoogzomer duurt zeker tot eind februari. Ik hoop dus wel dat de Kaapse wind zich wat vaker laat zien, want op deze manier wordt het afzien.

© Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | Leave a comment

Column: jaarwisseling

Mijn maandagcolumn in de Arnhemse Koerier ging over de jaarwisseling.

Vorig jaar was mijn jaarwisseling best beladen. Het was natuurlijk ook geen kleine verandering die ons te wachten stond en voor het eerst in jaren bracht ik oud en nieuw in Nederland door, druk als we waren met dozen inpakken en papierwerk afronden voor onze aanstaande emigratie. 2010 werd ingeluid met een geweldig feest op een bijzondere locatie, omgegeven door vrienden en familie. We toasten op ieders plannen en er werden beschonken beloften gedaan dat we de volgende jaarwisseling met z’n allen in Zuid-Afrika zouden vieren. Het jaar vloog voorbij en voor ik het wist was het 31 december. Echte plannen voor de jaarwisseling hadden we niet gemaakt en dat vond ik niet erg. Het gaf me even de rust om stil te staan bij wat 2010 gebracht had. Want niet alleen wij zijn het afgelopen jaar door een flinke verandering heengegaan, ook bij veel van de anderen was dit het geval. Er zijn verhuizingen geweest, veranderingen in werk- en gezondheidssituatie en er zijn prachtige baby’s geboren die zich op 1 januari nog niet eens aangekondigd hadden. 2010 was een jaar waarin voor iedereen enorm veel gebeurd is. Het was dus niet meer dan logisch dat van die groep alleen wijzelf erin slaagden om de jaarwisseling in Zuid-Afrika door te brengen. Terugdenkend aan de gezelligheid van vorig jaar en vol verwachting uitkijkend naar iets meer rust in de tent dit komende jaar. En natuurlijk hopend dat het dit jaar wel gaat lukken om oud en nieuw weer samen met zo’n gezellige groep te vieren.

© Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | Leave a comment

De beste wensen

Hierbij willen wij jullie allemaal een heel goed, gezond en gelukkig 2011 toewensen! Ik hoop dat 2011 je alles brengt waar je op hoopt.

In Kaapstad regent het op dit moment, na weken van zonneschijn en de laatste dagen vol van benauwdheid. Het gras kon het water goed gebruiken en ik ben blij dat het nu even iets koeler is. Een raar idee dat Nederland nog steeds met zoveel sneeuw zit.Het is een roerig jaar geweest met veel veranderingen. Ik ben dan ook benieuwd wat 2011 in petto heeft!

Carien

Posted in persoonlijk | Leave a comment

Kerst in Kaapstad

Mijn Zuid-Afrika column verscheen deze week iets later door drukte aan mijn kant. Hier is hij te vinden op de website van de Arnhemse Koerier.

De afgelopen tien jaar bracht ik bijna iedere kerst door in Kaapstad, op bezoek bij mijn schoonouders. Het was altijd een heerlijk gevoel om te weten dat ik naar de warmte  zou gaan, terwijl het in Nederland steeds donkerder en kouder werd. Dit jaar was dat natuurlijk anders. Nu hoefde ik geen koffers in te pakken, maar kwam de Nederlandse visite naar ons toe en had ik een logeerkamer op orde te maken. Dit jaar kocht ik mijn kerstcadeautjes in overvolle winkelcentra met airco in plaats van in de winterse straten van het centrum van Arnhem.

Ik zal eerlijk zijn, het duurde lang voor ik in de kerststemming kwam, het voelde allemaal zo anders dan normaal. ‘Het kerstgevoel’ komt in Nederland vanzelf als de dagen korter worden, de kaarsen aangaan en overal huizen en bomen worden versierd. Hier is feestverlichting minstens zo overvloedig aanwezig, maar valt het alleen op als je je tussen 8 uur ’s avonds en vijf uur ’s ochtends op de weg begeeft. Toch kwam ‘het gevoel’ vlak voor kerst opeens over me. De loom makende hitte, de drukte overal, de uitpuilende winkelwagentjes met hammen, kalkoenen, inpakpapier en pakketten met veelkleurige ‘Christmas crackers’ zorgden daarvoor. Of zou het de traditioneel geworden zoektocht naar het geheime familierecept voor huisgemaakte bailey’s zijn geweest? Maar het lekkerste was toch wel dat ik opeens het gevoel kreeg dat het vakantie was; zo herkenbaar uit de voorgaande jaren. Wat dat betreft was kerst dit jaar echt genieten door dit keer eens thuis vakantie te kunnen vieren.

© Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | Leave a comment

Autorijden deel III: Silly season

Vandaag is mijn nieuwe column over Zuid-Afrika weer verschenen in de Arnhemse Koerier. Ook deze week gaat het weer over autorijden, er is nu eenmaal veel over te vertellen. Dit is echter een triest onderwerp:

De onveiligheid op de wegen in Zuid-Afrika houdt helaas niet op bij overstekende voetgangers op de snelweg, want veel Zuid-Afrikanen rijden met een flinke slok op. Openbaar vervoer is sinds enkele jaren overdag redelijk veilig, maar geen mens zal hier in het donker op een trein wachten als het niet nodig is. ’s Avonds de weg op betekent dus extra opletten, want de trieste trend lijkt hier te zijn dat dronken bestuurders meestal een ander dood rijden en niet zichzelf. De decembermaand is inmiddels begonnen; ook wel ‘silly season’ genoemd. Traditioneel is dit de maand waarin de meeste slachtoffers in het verkeer vallen omdat veel mensen met het hele gezin de auto instappen na een dag feestvieren en drinken. Ieder jaar weer houden ze op enkele billboards aan grote wegen statistieken bij van hoeveel mensen de vorige dag op de weg overleden zijn. Schrikbarende cijfers! Werkelijk iedereen kent wel iemand die zwaargewond of overleden is na een auto-ongeluk waarbij tenminste een beschonken bestuurder betrokken was. Afschrikken doet dat niet. Het aantal alcoholcontroles is de afgelopen jaren fors toegenomen net als de zwaarte van de straffen voor rijden onder invloed. Zuid-Afrika wil echt af van het grote aantal dronken bestuurders. Regelmatig horen we nu over kennissen die hun rijbewijs op die manier zijn kwijtgeraakt. Ook dit heeft weinig effect. Het is nog steeds normaal om zonder enig bezwaar vrienden ladderzat de weg op te laten gaan na een feestje bij je thuis. Ik heb er enorm veel moeite mee en spreek mensen hier ook op aan, maar het is en blijft hun eigen verantwoordelijkheid. Het enige wat je kunt doen is zelf het goede voorbeeld geven en hopen dat zo’n dronken onverlaat jouw pad niet kruist.

©Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | Leave a comment

Autorijden deel II: Wild oversteken

Mijn volgende column over Zuid-Afrika is in de Arnhemse Koerier verschenen.

Over autorijden in Zuid-Afrika valt veel te vertellen. Je moet hier rekening houden met een aantal dingen die anders gaan dan in Nederland. Een van de fijnste dingen is dat er veel aardige medeweggebruikers zijn. Hier is vrijwel niemand te beroerd om aan de kant te gaan voor iemand die wil inhalen. Een langzamere auto gaat zodra het mogelijk is op de vluchtstrook rijden en de persoon die inhaalt geeft hem vervolgens met knipperende lampen een bedankje. Zo kom je dus niet vast te zitten achter een slak als er veel tegenliggers zijn. Maar het is en blijft Afrika. Dus kan het maar zo dat je moet wachten voor een overstekende kudde schapen of koeien. Dit is natuurlijk niet van toepassing in de steden, maar daar is wel een ander probleem. Op iedere weg tref je hier voetgangers aan en in toenemende mate fietsers. Veel sloppenwijken liggen aan de snelwegen en helaas hebben vele bewoners er geen enkel probleem mee om langs de snelweg te lopen of erger, deze over te steken om op die manier aan de andere kant te komen. En geloof me, je schrikt je elke keer kapot als iemand precies voor jouw auto de oversteek waagt. Triest maar waar; elke dag is het wel ergens raak. Dit ondanks de vele voetgangersbruggen die de regering heeft aangelegd. Een deel daarvan is overigens te gevaarlijk om te gebruiken. Brave burgers die terugkomen van een dag hard werken worden in deze bruggen opgewacht en overvallen door degenen die te lui zijn om de sloppenwijk te verlaten. TIA zeggen ze hier. This is Africa.

©Carien Touwen

Posted in (in het) nieuws, column | Leave a comment

Interview met Deborah Klaassen

Deborah Klaassen (1984) debuteerde vorige maand met het chick noir boek met de opvallende titel Bek dicht en dooreten. Het verhaal gaat over Laura, die na haar eindexamen niet echt weet wat ze met haar leven wil. Op aanraden van haar moeder wordt ze au pair bij een joods gezin in Londen. Daar hoopt ze van een toerist te veranderen in een echte Engelse. Deborah schrijft uit ervaring, ze is zelf ook naar Londen verhuisd en deed daar een Engelstalige mastersopleiding in creatief schrijven. Het verhaal begint als een chicklit, maar gaandeweg gebeuren er steeds vreemdere zaken die gaan intrigeren en leiden tot een bizarre ontknoping.  Lees het hele interview dat ik met haar had nu op Ezzulia!

Posted in (in het) nieuws, interviews | Leave a comment

Autorijden

Gisteren was mijn nieuwste Zuid-Afrika column te lezen op de website van de Arnhemse Koerier.

Autorijden in Zuid-Afrika gaat natuurlijk hetzelfde als in Nederland, maar er zijn ook een aantal verschillen.Ten eerste wordt er in Zuid-Afrika aan de linkerkant van de weg gereden. Ten tweede is rijden hier een stuk goedkoper, maar ook hier is benzine de laatste jaren veel duurder geworden. Op dit moment ligt de prijs rond 8 rand per liter; wat overeenkomt met 80 eurocent. Niet zo goedkoop als het lijkt, want de salarissen liggen hier flink lager. Tanken gaat ook anders. Iedere pomp wordt ‘bemand’ door iemand die voor je tankt, je voorruit wast en indien gewenst de olie en bandenspanning van je wagen controleert. Het is gebruikelijk om bij de betaling voor de benzine een extra muntje te geven voor deze service; de meeste mensen geven 2 tot 5 rand. Vele Zuid-Afrikanen bouwen een bestaan op dankzij deze banen. Ook parkeren zorgt voor een soortgelijke werkverschaffing; op parkeerplaatsen bij winkelcentra, restaurants en uitgaansgelegenheden zijn altijd mannen in oranje hesjes te vinden. Deze heren “letten op” de auto’s en helpen je (soms) met het vinden van een plek. En als er een parkeermeter staat, gooien zij er een muntje in als de parkeerpolitie in de buurt komt, wat gelukkig voor hen niet vaak gebeurt. Op het moment dat je weer vertrekt, helpen ze je met brede armgebaren de parkeerplaats uit, waarna je het raam opent en ze een paar rand geeft. Zij blij met het geld, jij blij met het feit dat je auto er nog is.

©Carien Touwen



Posted in column | Tagged , , | Leave a comment

Nederlanders zijn lang

Mijn nieuwste Zuid-Afrika column zoals gisteren verschenen in de Arnhemse Koerier.

‘Nederlanders zijn lang,’ krijg ik regelmatig te horen. Mijn lengte valt met 1.72 meter wel mee, maar ik moet toegeven, op mijn reizen door Azië viel ik wel op. Met blonde kop en schouders stak ik boven de lokale bevolking uit. In Zuid-Afrika heb ik niet het gevoel dat ik bijzonder lang ben, hoewel ik wel een stukje groter ben dan de meeste dames hier. Pas toen we twee weken geleden een logeerbed gingen kopen, realiseerde ik me voor het eerst dat er toch een lengteverschil is. Want toen we een standaard ‘double bed’ gingen kopen bleek dat slechts 1.88 meter lang te zijn. En stop daar maar eens een Nederlandse man in! Zonder aarzelen bestelden we een op maat gemaakt extra lang bed van maar liefst twee meter, dezelfde lengte als het bed waar we zelf in slapen (meegebracht uit Nederland in de zeecontainer). De levering was on-Afrikaans snel; vier werkdagen later stond het in onze logeerkamer. Dat de echte uitdaging nu pas begon, had ik vooraf niet kunnen bedenken. Winkel na winkel zocht ik af voor passende hoeslakens. Nergens verkrijgbaar! Wel een bed, maar geen lakens. Net op het moment dat ik had besloten om dan maar lakens vanuit Nederland te laten invliegen, kon een aardige winkeldame me toch verder helpen. Helemaal achterin, achter stapels en stapels verpakkingen wist ze een tweetal passende hoeslakens voor me te vinden. Gered! Lange logees uit Nederland kunnen vanaf nu dus ook echt blijven logeren.

© Carien Touwen

Posted in column | Leave a comment